24 UURS BLOEDDRUKMETING
(16-06-2014)
Dit is een bloeddrukmeter die de patiënt bij hem draagt en die gedurende 24 uur de bloeddruk meet.
BIJ WIE METING BLOEDDRUK 24 UUR
- Witte jassen effect
- Nachtelijke hypertensie
- Gemaskeerde hypertensie
- Het vaststellen van de “dipstatus” : Wanneer is de bloeddruk het laagst ?
- Resistente Hypertensie . De bloeddruk reageert niet goed op medicatie.
- Hypertensie bij zwangerschap
NORMALE BLOEDDRUK
De aanbevolen normaalwaarden voor de ambulante meting zijn als volgt gedefinieerd: Een gemiddelde dagwaarde lager dan 135/85 mmHg en een gemiddelde nachtwaarde lager dan 120/70
mmHg. Echter in sommige gevallen, vooral in hoogrisico groepen zoals bij patienten met diabetes mellitus, wordt zelfs gepleit voor lagere normaalwaarden .
Aanbevolen normaalwaarden voor een ambulante bloeddrukmeting bij volwassenen
| Optimaal | Normaal | Hoog |
Dag: | < 130/80 | < 135/85 | > 140/90 |
Nacht: | < 100/65 | < 110/70 | > 125/75 |
HOE AANLEGGEN
- Kies de juiste maat manchet. Bevestig de manchet om de linkerarm (bij rechtshandige) van de patient met de slang naar boven met de “ARTERY MARK” op de arterie. De manchet zit ongeveer 2 cm boven de elleboog. Sluit het klittenband zodanig, dat u uw pink gemakkelijk tussen de arm en manchet kunt schuiven.
- Doe de slang over de schouder, achterlangs de nek van de patient. De schoudertas wordt gedragen tegenovergesteld aan de zijde waar de bloeddrukmanchet wordt bevestigd. Maak gebruik van de slangclip om de slang aan de schouderriem te fixeren, let op dat u deze niet te strak afsteld.
- Doe altijd een testmeting vooraleer de meter aan de patiënt mee te geven. Dit doet u door op de startknop te drukken, dit kan alleen als de meter op de functie “Casual” staat. De meting start automatisch en de waarden worden in het display weergegeven.
- Als de testmeting goed is uitgevoerd kan de meter worden ingeschakeld, door op de rechterzijde van de meter de schuif op “Ambulatory” te zetten .
- De ambulante bloeddrukmeting wordt nu gestart en de meter kan in de draagtas worden geplaatst.
INSTRUCTIES VOOR DE PATIENT
Zorg goed voor het apparaat. Het is duur en eventuele schade zal aangerekend worden.
- De bloeddrukmanchet en de ABPM meter zijn voor 24 uur bij de patiënt aangesloten. Om foutieve metingen te voorkomen, wordt de meter bij voorkeur niet afgedaan.
- Laat de patiënt zien hoe de manchet wordt omgedaan, zodat de patiënt het manchet bij afzakken of afdoen weer goed om kan doen.
- Bij voorkeur wordt douchen 24 uur uitgesteld, wijs de patiënt er op dat de meter niet nat mag worden. Wilt U toch douchen doe de manchet af onmiddellijk na een meting, leg de meter opzij en doe hem weer aan na de douche.
- Tijdens de bloeddrukmeting moet de arm stil worden gehouden. Voordat de werkelijke meting start, voelt de patiënt 1 minuut van tevoren dat het manchet licht opblaast. Dit is het signaal dat er een minuut later een meting volgt, zodat de patiënt de arm stil kan houden tot na de meting.
- Het is belangrijk dat de patiënt tussen de metingen door de dagelijkse activiteiten gewoon voortzet, om zo een realistisch beeld te krijgen van de bloeddruk. De activiteiten waarbij inspanning geleverd moet worden, zoals boodschappen doen of traplopen, kunnen in het dagboek genoteerd worden.
- Laat de patiënt ook noteren wanneer de patiënt is gaan slapen en wakker is geworden. Tijdens het slapen kan de meter naast of onder het kussen worden gelegd.
- Na 24 uur kan de patiënt het apparaat zelf uitschakelen door de functietoets op “casual” zetten.
- Nadien bergt hij alles mooi op en komt op consultatie.
DAGBOEK
Opstaan:
Slapen:
Vindt u deze pagina interessant? Breng dan ook uw kennissen op de hoogte!
Vindt u deze pagina interessant? Breng dan ook uw kennissen op de hoogte!